De stemming op de Europese aandelenmarkten was vrijdagmiddag somber. Een tegenvallend cijfer over de ontwikkelingen in de omvangrijke Chinese industrie en de verder wegzakkende olieprijzen zetten de aandelenkoersen onder druk.
In Amsterdam daalde de AEX-hoofdindex 1,4 procent tot 410,79 punten en leverde de MidKap 0,4 procent in op 626,01 punten. De belangrijkste beursgraadmeters in Londen, Frankfurt en Parijs gingen met verliezen tot 1,5 procent richting het weekeinde.
Vrijwel alle hoofdfondsen op het Damrak stonden in het rood. Alleen Fugro steeg tegen de verdrukking in 2,1 procent. De bodemonderzoeker daalde de afgelopen weken al fors in waarde door de sterke daling van de olieprijzen. Oliemaatschappij Shell stond onderaan de AEX met een verlies van 2,9 procent. SBM Offshore verloor 2,1 procent.
Ook elders in Europa waren oliegerelateerde fondsen opnieuw het kind van de rekening. BP verloor in Londen 2,4 procent en Total leverde in Parijs 1,5 procent. Het Spaanse Repsol verloor op de beurs in Madrid 3,6 procent en ENI ging in Milaan 2 procent omlaag.
Air France-KLM profiteerde juist van de dalende olieprijzen. Brandstof is een van de grootste kostenposten voor de luchtvaartgroep, die met een winst van 2,2 procent aa kop ging bij de middelgrote fondsen. Detacheerder Brunel stond onderaan de MidKap met een verlies van 2,5 procent.
In Frankfurt zakte Hugo Boss ruim 4 procent. Investeringsbedrijf Permira bracht zijn belang in het Duitse modehuis verder terug. Commerzbank verloor 1,6 procent. Een schikking met de Amerikaanse justitie gaat de bank waarschijnlijk meer dan een miljard dollar kosten.
De euro was 1,2470 dollar waard, tegen 1,2401 dollar bij sluiting van de Europese beurshandel op donderdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie, die donderdag voor het eerst sinds juli 2009 onder de 60 dollar dook, zakte 2,4 procent tot 58,52 dollar. Een vat Brentolie werd 1,9 procent goedkoper en kostte 62,48 dollar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl